Het actieve bestanddeel van Lysomucil Junior 2% is acetylcysteïne voor het vloeibaar maken van slijmen (lost slijmen op die bij aandoeningen van de ademhalingswegen worden gevormd) en voor het behandelen van chronische bronchitis.
Lysomucil Junior 2% siroop wordt gebruikt voor:
A. Chronische bronchitis: om het gevaar voor opstoten en de ernst ervan te verminderen.
B. Het vloeibaar maken van etterige en taaie slijmen die bij aandoeningen van de ademhalingswegen worden gevormd.
Wordt uw klacht na 14 dagen niet minder, of wordt hij zelfs erger? Neem dan contact op met uw arts.
De aanbevolen dosering is:
Voor aandoeningen van de luchtwegen:
– van 2 tot 7 jaar: 20 ml per dag in 2 of 3 innamen te verdelen.
– ouder dan 7 jaar: 20 ml tot 30 ml per dag in 1, 2 of 3 innamen te verdelen.
Voor mucoviscidose:
– van 2 tot 6 jaar: 5 ml, 3 maal per dag.
– ouder dan 6 jaar: 10 ml, 3 maal per dag.
De hoeveelheid moet worden aangepast op grond van de verkregen resultaten en de toestand van de patiënt.
Manier van toedienen
De toe te dienen hoeveelheid in het doseerbekertje gieten en onmiddellijk innemen. Het bijgevoegde bekertje heeft een aanduiding van 2,5 ml, 5 ml en 10 ml.
Bij kleine kinderen kan de oplossing toegediend worden via de zuigfles, toegevoegd aan de aangepaste drank.
Een lichte zwavelgeur wijst niet op een kwaliteitsvermindering van het product maar is eigen aan het werkzame bestanddeel.
Duur van de behandeling
Uw arts zal u vertellen hoe lang u Lysomucil Junior 2% siroop moet gebruiken.
De duur van de behandeling kan van enkele weken tot enkele maanden gaan en kan worden onderbroken door perioden zonder behandeling waarvan de duur afhankelijk is van uw algemene toestand.
Zoals elk medicijn kan ook dit medicijn bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.
Raadpleeg onmiddellijk uw arts of lokaal ziekenhuis indien u de volgende (zeer zeldzame) bijwerkingen heeft:
– ernstige huidreacties (zogenaamd syndroom van Stevens-Johnson en syndroom van Lyell).
– ernstige allergische (overgevoeligheids)reactie: deze kenmerkt zich door huiduitslag, jeuk, vochtophoping (oedeem), ademhalingsmoeilijkheden en bewustzijnsverlies.
Verdere bijwerkingen:
Soms (bij minder dan 1 op 100 personen):
– Hoofdpijn
– Oorsuizen
– Versneld hartritme (tachycardie)
– Braken, diarree, buikpijn, misselijkheid
– Ontsteking van het mondslijmvlies (stomatitis)
– Urticaria (netelroos)
– Koorts
– Verlaagde bloeddruk
Zelden (bij minder dan 1 op 1000 personen):
– Kortademigheid
– Vernauwing van de luchtwegen (bronchospasme)
– Gestoorde spijsvertering
Zeer zelden (bij minder dan 1 op 10000 personen):
– Bloedingen
– Duizeligheid
Niet gekend (kan niet geschat worden op basis van beschikbare gegevens):
– Vochtophoping in het aangezicht (gezichtsoedeem)
Een daling van de bloedplaatjesaggregatie in aanwezigheid van Lysomucil werd in verschillende studies bevestigd. De klinische betekenis werd nog niet bepaald.
De werkzame stof in dit medicijn is acetylcysteïne.
De andere stoffen (hulpstoffen) in dit medicijn zijn:
– methylparahydroxybenzoaat (E218)
– natriumbenzoaat (E211)
– dinatriumedetaat
– natriumcarboxymethylcellulose
– natriumsaccharinaat
– natriumcyclamaat
– sucralose
– frambozenaroma
– natriumhydroxide
– gezuiverd water
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden.
Voor dit medicijn zijn geen bijzondere bewaarcondities.
Na de eerste opening is de fles met siroop nog 15 dagen houdbaar.
Gebruik dit medicijn niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos en op het etiket na “EXP”. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Spoel medicijnen niet door de gootsteen of de WC. Vraag aan uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht.