Tandbederf is de meest voorkomende tandziekte; zo treft het bijna iedereen. Tanden doen echter meestal pas in een vergevorderd stadium pijn, wat kan leiden tot tandverlies. Om tandbederf te voorkomen is een goede tandverzorging dus essentieel.
Wat is tandbederf?
Tandbederf wordt meestal een gaatje genoemd, maar eigenlijk begint dit al veel eerder. Tandheelkundige aandoeningen tasten tanden aan en ontkalken ze. Het tast het glazuur aan en, indien het niet snel behandeld wordt, het tandbeen en de tandwortel. Tandbederf ontbindt de tand dus van binnenuit.
De bacteriën die hiervoor verantwoordelijk zijn, komen vooral voor in tandplak, een mengsel van dode cellen, speeksel en voedselresten. Tandplak vormt een goede basis voor bacteriën: hoe dikker het is, hoe beter de ziektekiemen zich kunnen vermenigvuldigen. Deze bacteriën zetten de suikers in ons voedsel om in zuur, die op hun beurt het tandglazuur aantast. Wanneer er niet tijdig gehandeld wordt, wordt het tandglazuur poreus totdat er zich een gaatje vormt. Tandbederf is dus niet iets dat de tanden van de ene op de andere dag vernietigt, maar iets dat zich langzaam ontwikkelt.
Als een tand voor het eerst wordt aangetast, spreken tandartsen vaak van primaire cariës. Secundaire cariës daarentegen zijn gaatjes die zich ontwikkelen op tanden die al eens behandeld werden, bijvoorbeeld onder kronen of vullingen. Als het gaatje vergevorderd is, kan deze van de ene tand op de andere overgaan.
Bij slechte mondhygiëne kunnen bacteriën ook bloedend tandvlees, slechte adem of parodontitis veroorzaken. Dit is een ontsteking van het steunweefsel van de tand veroorzaakt door een tandvleesontsteking. Als de ontsteking doorgaat, zal de ontsteking ook het kaak- en bindweefsel aantasten. Geleidelijk aan komt het tandvlees los van de tand. Dit resulteert in het zakken van het tandvlees, wat op hun beurt bacteriën voorziet van een goed ontwikkelingsmedium.
Oorzaken - Hoe ontwikkelen gaatjes zich?
Zoals reeds vermeld, wordt tandbederf veroorzaakt door schadelijke bacteriën die de tand aantasten. Vaak zijn andere factoren ook van belang, vooral als het gaat over de overdracht van tandbederf.
In principe is tandbederf besmettelijk, maar de individuele risicofactoren bepalen meestal of de tanden daadwerkelijk ziek worden of niet. Het immuunsysteem bepaalt ook of gaatjes opduiken of niet. Ook de staat van je gebit, de hoeveelheid speeksel, tandverzorging en eetgewoonten spelen een rol.
Leeftijd is niet doorslaggevend: zowel senioren als kinderen hebben last van gaatjes. Het maakt dus niet uit of het melktanden of volwassen tanden zijn. Tandbederf kan iedereen treffen, net daarom is het de meest voorkomende tandziekte. Dankzij de betere mondhygiëne van tegenwoordig komt het minder vaak voor, zeker bij kinderen. Toch is het belangrijk om voorzichtig te zijn: tandbederf bij peuters wordt veroorzaakt door transmissie wanneer ouders de papfles of fopspenen likken en vervolgens aan het kind teruggeven.
Symptomen - het opsporen van gaatjes
In het beginstadium zijn gaatjes meestal niet zichtbaar: de tanden vertonen vaak slechts enkele lichte vlekjes. Het oppervlak is nog intact, maar de ontkalking is begonnen. We zitten dus in de zogenaamde beginfase. Geleidelijk aan kunnen deze vlekken ook donkerder worden. In het algemeen kan enkel een tandarts de eerste symptomen van gaatjes opsporen door de mondholte grondig te onderzoeken met licht, spiegels en andere instrumenten.
Tandpijn verschijnt niet onmiddellijk, maar alleen wanneer het tandbederf al ver gevorderd is. Met andere woorden, enkel wanneer er al een gaatje is of wanneer de tandzenuwen worden aangevallen door bacteriën. Op dat moment voelen de getroffenen vaak een raar gevoel in hun tanden en reageren ze gevoelig op koud, warm of zeer zoet voedsel. Afhankelijk van hoe ernstig het is, kan de pijn aanhouden.
Röntgenfoto’s kunnen de eerste sporen van gaatjes tonen. Een tandarts bereidt deze echter meestal alleen wanneer hij denk dat er gaatjes zijn, dus niet bij elk onderzoek. De foto’s laten ook zien wanneer er gaatjes onder een kroon of vulling aanwezig zijn.
Gaatjes behandelen en verwijderen
In het beginstadium kan tandbederf worden tegengegaan met een grondige mond- en tandverzorging. Dit voorkomt dat de ziekte verergert. Als het tandglazuur al poreus is en er een gaatje ontstaat, moet een tandarts boren. Hoeveel hij boort, hangt af van de schade aan de tand. Deze wordt dan weer opgevuld.
Als het gaatje de zenuw heeft aangevallen, moet het wortelkanaal behandeld worden. Dit is meestal erg pijnlijk voor veel mensen en kan enkel met lokale verdoving worden verdragen. Na de behandeling wordt de tand weer gesloten en een individueel gemaakte kroon vervangt de ontbrekende delen van de tand. In het ergste geval wordt de hele tand verwijderd.
Hoe sneller het tandbederf wordt behandeld, hoe beter. Dit geldt niet alleen voor de tanden, maar ook voor het hele lichaam. Onbehandeld tandbederf kan ontstekingen in het kaakbeen veroorzaken. De bacteriën kunnen zelfs de bloedbaan binnendringen en andere organen beschadigen. Om dit te voorkomen, moet je twee keer per jaar naar een tandarts gaan. Op deze manier kan de ziekte tijdig worden gediagnosticeerd en behandeld.
Tegelijkertijd is het raadzaam om een professionele tandreiniging te laten uitvoeren, dit best twee keer per jaar. Grondig poetsen is essentieel, maar tandplak kan zeer hardnekkig zijn. Bovendien verwijdert dit niet alleen tandsteen, maar vaak ook fluoride, dat de tanden beschermt tegen tandbederf.