
Na een onrustige nacht voelen we de gevolgen van te weinig slaap aan ons lichaam. Slapen is belangrijk; het is zelfs van doorslaggevend belang om te kunnen overleven. Zeven tot acht uur slaap is wat de meeste mensen gemiddeld nodig hebben. Op die manier breng je een derde van je leven al slapend door. Maar waarom slapen we? En wat kunnen we doen als schaapjes tellen niet langer helpt? Het goede nieuws is dat kleine veranderingen in je dagelijks leven vaak al enorm kunnen helpen bij het vergemakkelijken van slapen en het in slaap vallen.
Wat is slaap?
Slaap wordt doorgaans gezien als een moment waarop je lichaam uitrust, maar het omgekeerde is waar! Tijdens je slaap werkt je lichaam immers op volle snelheid: spieren groeien, cellen vernieuwen zich, het immuunsysteem vormt nieuwe antilichamen,... Vooral je hersenen zijn erg actief terwijl je slaapt. Ze sorteren namelijk de informatie die je gedurende de dag hebt binnengekregen, verwijderen onbelangrijke informatie en slaan de belangrijkste informatie op in het langetermijngeheugen.
Je hebt hoogstwaarschijnlijk al wel eens horen zeggen dat je ergens beter even een nachtje over slaapt, en daar zit veel waarheid in! Nadat je brein alles heeft gecategoriseerd na een goede nachtrust, kan je vaak makkelijker beslissingen nemen. Tijdens het slapen verwijderen onze hersenen overigens alle giftige stofwisselingsproducten en eiwitafzettingen die tijdens die dag werden gevormd. Op lange termijn zou dit kunnen bijdragen tot het tegengaan van mentale aandoeningen, zoals bijvoorbeeld de Ziekte van Parkinson en Alzheimer.
Door slaapstoornissen tegen te gaan, kan je je gezondheid aanzienlijk verbeteren. Wanneer dit herstelproces ongestoord kan verlopen, daalt de bloeddruk, stabiliseren de mentale processen en verminderen infecties. Aangezien er bij het slapen een heleboel hersen- en lichaamsfuncties betrokken zijn die recupereren in de verschillende slaapfases, is het erg belangrijk om elke fase van de slaapcyclus te doorlopen. Zo volgen de lichte, diepe en REM-slaapfases elkaar op in cycli van ongeveer 90 minuten. Wanneer je, bijvoorbeeld, herhaaldelijk wakker wordt tijdens de diepe slaapfasen, dan voel je je in de ochtend vaak enorm moe, ondanks het feit dat je genoeg slaap hebt gehad.
Maar hoe ziet een normaal slaappatroon er precies uit?
Verschillende vormen van slaapstoornissen
Slaapstoornissen bestaan in allerlei soorten en maten. Zo wordt er doorgaans een onderscheid gemaakt tussen maar liefst 80 verschillende vormen van slaapproblemen. We zetten de belangrijkste alvast even op een rijtje:
- Slapeloosheid: Insomnia, ook wel gekend als slapeloosheid, is een term die gebruikt wordt om alle slaapstoornissen aan te duiden, samen met vroegtijdig wakker worden.
- Parasomnie: Deze slaapstoornis verwijst naar alle soorten herhaaldelijke onderbrekingen van het slaapritme, waaronder bijvoorbeeld slaapwandelen, nachtelijke eetbuien of nachtmerries.
- Hypersomnie: Mensen die lijden aan hypersomnie hebben geen slaaptekort, maar ze slapen te véél en hebben last van vermoeidheid doorheen de dag. Dit gebeurt bijvoorbeeld in het geval van narcolepsie.
- Ademhalingsstoornissen: Beter bekend onder de naam slaapapneu. Deze nachtelijke ademhalingsonderbrekingen zijn een speciale soort slaapstoornis, waarbij de ademhaling gedurende minstens 10 seconden stopt of ernstig verzwakt is.
- Circadische ritmestoornissen: Een verstoord slaapritme, als gevolg van een ploegendienst of tijdverschuivingen, wordt ook als een slaapstoornis gezien omdat het heel wat problemen met zich mee kan brengen.
Oorzaken van slaapstoornissen
Als je beter wil slapen, dan moet je eerst de mogelijke oorzaken onder de loep nemen. Aangezien de mogelijke oorzaken van slaapstoornissen en slaapproblemen erg gavarieerd kunnen zijn, bestaan er ook zeer verschillende soorten therapieën.
Invloeden van buitenaf
Je slaappatroon kan door verschillende factoren worden beïnvloed. Een onrustige slaapomgeving met veel lawaai of licht kan al een grote invloed uitoefenen op ons slaapritme. Zo wordt je rime al snel overhoop gegooid bij een jetlag of bij nachtwerk. Ook oppeppende stoffen, zoals cafeïne, alcohol en drugs, of bepaalde medicijnen kunnen je wakker houden. Om problemen te voorkomen check je het best op de bijsluiter van je medicatie welke invloed deze heeft, en drink je beter geen espresso meer in de namiddag.
Psychologische redenen
Bijna alle psychologische aandoeningen, zoals depressie of angst, gaan gepaard met slapeloosheid. Hier gaat het vooral over slaapstoornissen die veroorzaakt worden door herhalende gedachtegangen en vroegtijdig ontwaken. Acute stress of stressvolle situaties kunnen ook leiden tot slapeloosheid. Denk hierbij aan een scheiding, een verhuis of een drukke periode op het werk.
Organische factoren
Slaapstoornissen kunnen ook het gevolg zijn van heel wat lichamelijke klachten. Soms kan je slaapritme verstoord raken, omdat je spieren en/of beendergestel druk ervaren, zoals bij rusteloze-benen-syndroom of reumatoïde artritis. Schildklierontstekingen of hart- en longziektes kunnen echter ook verantwoordelijk zijn. Neurologische aandoeningen zoals MS, dementie of hersentumoren staan ook bekend als oorzaken van slaapproblemen. De oorzaak ligt vaak in het gebied van neus, keel en oren. Denk aan onderbrekingen van de ademhaling, snurken, etc. Bij vrouwen spelen hormonale aandoeningen ook een rol; zo ontstaan er al sneller slaapproblemen tijdens de zwangerschap of tijdens de menopauze.
Wanneer moet je naar de dokter?
- Wanneer je slaapproblemen niet veroorzaakt worden door externe factoren.
- Wanneer het uitsluiten van stoorzenders niet werkt.
- Als de slaapproblemen enkele weken blijven aanhouden.
- Bij extreme vermoeidheid en moeheid of wanneer het een beperking vormt in je dagelijkse leven.
In deze gevallen kan je best even bij een arts langsgaan voor controle. Hij of zij zal je klachten verder onderzoeken en je medische voorgeschiedenis in acht nemen. Zo krijg je de juiste onderzoeken toegewezen of word je doorverwezen. Zo kunnen bloedtesten je hormoonstatus bepalen, kan een EEG je hersengolven analyseren of je neus/keel/oren onderzocht worden. Indien deze onderzoeken geen uitsluitsel geven, zal je doorverwezen worden naar een slaaplaboratorium. Als patiënt breng je daar een nacht door en worden je hersengolven, je hartactiviteit en je ademhaling goed in de gaten gehouden. Een polysomnografie brengt je verschillende slaapfases in kaart. Je kan ook gevraagd worden om een slaapdagboek bij te houden. Hierin schrijf je de duur van je slaap, alsook eventuele problemen en omgevingsinvloeden die je ervaart. Op deze manier kunnen artsen je op weg helpen met de gepaste therapie.